Aan het eind van de straat is de zee
Die van zonnige zomers
Van vakantie en bruine lijven
Die van de blauwe lucht.
Onze straat ligt aan de goede kant
Van die zee in het zonnige zuiden.
De kant van vrijheid en welvaart
Al denken we vaak van niet.
Aan de oever reikt het oog ver
Tot aan de kromme horizon
Het hart reikt nog veel verder
Aan de verkeerde kant van die zee
Zal ik ooit nog willen baden
In het blauw aan’t eind van mijn straat
Misschien ooit nog slechts in stilte,
Voorzichtig, in dat diepe tranendal.